Polymyositis Kooikerhondje

“Tegen polymyositis bij het Kooikerhondje”


Dr. Peter Leegwater, moleculair geneticus ExpertiseCentrum Genetica Diergeneeskunde

Dr. Paul Mandigers, veterinair neuroloog en internist


Polymyositis de

wereld uit


Het Kooikerhondje is een van de negen Nederlandse hondenrassen. Inmiddels konden diverse erfelijke aandoeningen bij dit populaire ras al in kaart gebracht en opgelost worden. Echter, zo nu en dan komt bij het Kooikerhondje de ziekte Polymyositis voor, een spierziekte die bij veel van de honden fataal verloopt.

Vaak zijn het jonge honden die ineens ziek worden en niet meer kunnen lopen en daarnaast soms slikproblemen ontwikkelen. Soms kunnen de honden met behulp van gerichte medicatie een tijd stabiel gehouden worden. Soms. Maar lang niet altijd.

Polymyositis is een spierziekte die voorkomt bij het Nederlandse Kooikerhondje. Het is een aandoening die veel impact heeft op de levenskwaliteit van de hond, vertelt dr. Paul Mandigers, specialist neurologie en als onderzoeker verbonden aan het ExpertiseCentrum Genetica Diergeneeskunde. “Het natuurlijke afweersysteem van de honden met de aandoening is ontregeld waardoor spieren ontstoken raken. De ziekte leidt tot problemen met slikken en pijn bij het bewegen. De leeftijd waarop de eerste verschijnselen zich voordoen en de ernst van de aandoening varieert sterk. De behandeling met ontstekingsremmers slaat soms niet aan. De aanleg voor de ziekte is erfelijk dus is ons doel om de erfelijke factoren te vinden die bepalend zijn voor de aanleg voor polymyositis.”

Het onderzoeksteam van het ExpertiseCentrum Genetica Diergeneeskunde onder leiding van dr. Peter Leegwater heeft het DNA van een groep Kooikers die lijden aan polymyositis vergeleken met het DNA van een groep gezonde honden van hetzelfde ras. “Locaties in het DNA met een groot verschil tussen de groepen duidt op de aanwezigheid van een oorzakelijke DNA-verandering in de lijders.

De verandering wordt vervolgens opgespoord door het volledige DNA van enkele lijders nauwkeurig onder de loep te nemen”, legt Leegwater uit. Uit de vergelijking van het DNA van 30 Kooikerhondjes met polymyositis met dat van 100 rasgenoten zonder de aandoening kwam één locatie duidelijk naar voren. “De functionele elementen van deze locatie zijn in enkele lijders volledig opgehelderd en daaruit kwam naar voren dat er een grote verandering in het DNA aanwezig is. Er is een DNA-test ontwikkeld waarmee eenvoudig is vast te stellen of de verandering in een hond aanwezig is en of deze dan één of twee kopieën van de verandering heeft.”

Alle Kooikerhondjes met polymyositis hebben één of twee kopieën van de verandering. Echter, lang niet alle honden met de verandering krijgen polymyositis. We schatten dat maar 10% van de honden met twee kopieën en 1% van de honden met één kopie de ziekte krijgt.

Leegwater: “Door het vinden van de risicofactor is het onderzoek volgens plan gelopen. We denken echter dat er nog andere erfelijke factoren zijn die het risico op de ziekte beïnvloeden.

Naar deze factoren zijn we nu op zoek. Op dit moment kunnen we al een risico-inschatting maken voor kans op de ziekte bij de nakomelingen voor een bepaalde combinatie van fokdieren. Dit doen we in fokkerijbegeleidingsplatform Fit2Breed. Bovendien waarschuwen we eigenaren van honden met een verhoogd risico om hun hond regelmatig op verschijnselen van de ziekte te laten onderzoeken. De DNA-test wordt dus gebruikt om polymyositis in het ras terug te dringen en de ernst van de ziekte bij honden met verhoogd risico door vroege ontdekking te beperken.”

“Het onderzoek is ook van belang voor mensen met een auto-immuunziekte omdat de DNA-verandering die bij Kooikerhondjes voorkomt een aanwijzing geeft over het ontstaan van dergelijke ziekten in het algemeen”, sluit Leegwater af.

Dankzij de steun van de Vereniging Het Nederlandse Kooikerhondje, de Duitse Vereniging van het Kooikerhondje, de Danish Kooiker Club en Farm Food en vele individuele donateurs hebben we een belangrijke stap kunnen zetten om polymyositis bij het Kooikerhondje te bestrijden en zorgen voor een gezonde toekomst van het ras.